Vaticaanstad

Het religieuze centrum van de rooms-katholieke kerk is een aparte staat, maar je kan er zonder paspoort naar binnen. Wel worden de muren rond Vaticaanstad bewaakt door leden van de goed getrainde Zwitserse Garde. Die garde is uitgedost in kleurrijke kostuums. Dat het Zwitsers zijn heeft een lange voorgeschiedenis. Al vanaf de Middeleeuwen werden overal in Europa Zwitserse soldaten ingehuurd, omdat die bekend stonden om hun trouw en bovendien geen band hadden met het (vaak opstandige) volk. Vaticaanstad is ongeveer een halve vierkante kilometer groot en daarmee de kleinste staat ter wereld. Vaticaanstad is een van de meest populaire bezienswaardigheden in Rome. Omdat er zoveel valt te zien, ontdekken en leren tijdens een bezoek aan Vaticaanstad is een rondleiding met een officiële gids aan te raden.

Het bekendste gebouw is de Sint Pieterskerk, gebouwd op de plaats waar de apostel Petrus zou zijn begraven. De huidige kerk werd gebouwd vanaf 1506. Om deze enorme basiliek binnen te komen moet je netjes gekleed zijn (geen blote armen of benen). Eenmaal binnen vergaap je je aan de pracht en praal van wat wel de mooiste kerk ter wereld wordt genoemd. Vlak bij de ingang staat de Piëta, een sculptuur van Michelangelo. In 1972 werd het beeld beschadigd en sindsdien staat het achter glas. Ook de koepel van de Sint Pieter is ontworpen door Michelangelo die zich liet inspireren door de koepel van het Pantheon. De akoestiek is verbluffend: als je tegen de muur fluistert kan iemand aan de overkant van de koepel je verstaan! Dat wil zeggen: als het niet al te druk is.

Het voorplein van de Sint Pieter heb je al vaak op televisie gezien als de paus zijn Urbi et Orbi uitspreekt. Zo’n honderdduizend gelovigen kunnen zich verzamelen op dit plein van 200 meter breed en 250 meter lang (50.000 m²). Dit barokke plein werd ontworpen door Bernini en gebouwd tussen 1656 en 1667. Het heeft de vorm van een sleutelgat; het meest in het oog springt de zuilenrij rond het plein, die bestaat uit 284 Dorische zuilen en 88 pilasters. In het midden staat een Egyptische obelisk van 37 meter hoog.

De Vaticaanse musea en tuinen zijn zeer de moeite waard. Voor de meesten vormt de Sixtijnse Kapel het hoogtepunt, maar er is veel meer te zien: ontelbare beelden, schilderijen en fresco’s. In de Kaartenzaal zijn gigantische plattegronden van middeleeuws Italië op de wanden geschilderd. De bouw van de Sixtijnse kapel begon in 1493. Michelangelo werkte vier jaar aan zijn wereldberoemde fresco op het plafond. Veel tijd om het te bekijken heb je niet want er zijn duizenden mensen na je en suppoosten manen je door te lopen. Net als voor het Colosseum staat voor deze attractie vaak een lange rij, vooral ’s ochtends. Gelukkig zijn er een handige rondleidingen met gids door het Vaticaan waarbij je de wachtrij direct over kan slaan. Zo zie je de Vaticaanse Musea, de Sixtijnse Kapel en de Sint-Pietersbasiliek op een ontspannen manier.